Het woonzorgcentrum ligt op de rand van de dorpskern van het glooiende Sint-Lievens-Houtem. Aan één zijde grenzend aan een bestaande parking, de andere zijde kijkt uit over het weidse landschap.
De specifieke inplanting van het woonzorgcentrum speelt in op het landschappelijke, meer bepaald de oriëntatie, reliëfbeheersing vs. toegankelijkheid, lichten en zichten, publiek domein tegenover geborgenheid. Allemaal aspecten die tijdens de architecturale zoektocht aan bod kwamen.
Het ingeplante gebouw zelf heeft een slanke geschakelde vorm die in essentie te herleiden is tot twee gebouwvleugels die bovendien de beide hoofdfuncties representeren. Beide worden verbonden door een geaccentueerd volume wat de herkenbaarheid van het gebouw versterkt.
De omgeving laat het ontstaan van gezellige buitenruimtes toe voor zowel bewoners als bezoekers.
De structuur van het woonzorgcentrum is op een toekomstgerichte wijze opgevat. De hoofdzakelijk skeletbouw laat een functionele invulling toe en is flexibel in opbouw. Zo kan er op termijn intern herschikt of een volledig nieuwe functie aan het gebouw toegekend worden.
Een vooruitstrevende en doorgedreven technische aanpak van het gebouw resulteerde eveneens tot een zeer aangenaam comfort in het gebouw. De technische aanpak werd ook toegepast op de buitenzijde van gebouw door onder meer op een alternatieve manier zonwerende luifels toe te passen en is het gebouw voorzien in natuurlijke buffering op de eigen groene daken.